Heel wat leerlingen op Sint-Lievenspoort krijgen extra maatregelen om zo hun leerkansen te optimaliseren. 

Binnen deze maatregelen zit vaak het gebruik van voorleessoftware. Bovendien krijgen de leerlingen vaak de kans om een taak of schrijfopdracht op de computer uit te werken in plaats van alles met de hand te moeten schrijven.

Leerlingen krijgen al van jonge leeftijd een computer aangeboden om opdrachten uit te voeren, maar gebruiken het toetsenbord verkeerd. Ze verliezen heel wat tijd door te kijken welke letter waar staat en typen vaak met één vinger. Dit is ontzettend tijdrovend en bovendien niet bevorderlijk voor de leertijd van de leerling. Er gaat heel wat energie verloren naar het typen waardoor er nog maar weinig energie overblijft voor de opdracht op zich.

 

Hier moet verandering in komen. De computer moet een handig instrument blijven om de leertijd en de leerkansen van de leerling optimaal te kunnen benutten. Met dit idee werd, in overleg met de directie, onderzoek gedaan naar verschillende typmethodes. Typ10, een methode om blind te leren typen in tien lessen werd op het MFC van Sint-Lievenspoort reeds gebruikt door verschillende therapeuten. De methode sprong er bovendien bovenuit omdat men zich binnen de methode reeds richt op kinderen met dyslexie.

Binnen het kader van dit praktijkonderzoek volgde de onderzoeker een navorming bij de organisatie van Typ10. Op deze navorming werd duidelijk dat de basis en de aanbreng zeer bruikbaar waren voor de verschillende doelgroepen binnen Sint-Lievenspoort. De tien lessen zijn structureel allemaal op dezelfde manier opgebouwd. Alles wordt duidelijk stap voor stap aangebracht en de verschillende letters en tekens worden erg visueel voorgesteld door een koppeling aan woordbeelden. Zo hoort bij elke letter een woord en een afbeelding. Bijvoorbeeld bij de letter 'r' hoort roofvogel en een prent van een roofvogel. Elke vinger heeft een kleur en er wordt gehamerd op de positie van de letter op het toetsenbord. Als we verder gaan bij de letter 'r', spreken we binnen Typ10 van een groene letter, op de bovenste rij die wordt getypt met de linkerwijsvinger.

Het originele materiaal was echter niet helemaal bruikbaar voor de leerlingen op Sint-Lievenspoort. Het werkboekje van Typ10 heeft gekleurde bladzijden, staat vol met tekeningen en bovendien staat de instructie van de leerkracht tussen de opdrachten van de leerlingen geschreven. Dit zorgt ervoor dat het niet duidelijk is welke uitleg bedoeld is voor de leerlingen en welke uitleg enkel gericht is tot de leerkracht.

 

Vorig schooljaar werd binnen Sint-Lievenspoort een nieuw werkboekje ontworpen. In samenspraak met Typ10 kwamen we tot een werkboekje voor leerlingen uit type 7 en type 9. Intussen is dit werkboekje ook in gebruik door Typ10 en kunnen ook externen dit werkboek bestellen.

Op Sint-Lievenspoort zijn er slechts twee leerkrachten die de methodiek van Typ10 kennen. Doordat het werkboek zo is aangepast dat het enkel nog informatie voor de leerlingen bevat, ontbreekt er een handleiding voor Typ10. Ook externen die het werkboekje bestellen weten niet langer wat ze met het werkboekje moeten doen of hoe ze de lessen specifiek moeten aanbieden. Bovendien is het werkboek op zich niet voldoende. Voor de dove leerlingen moeten de verhalen getolkt worden, is er visuele ondersteuning nodig tijdens de lessen en moeten leerlingen de kans krijgen de les in te oefenen, zodat ze alles kunnen automatiseren. Taken moeten op een eenvoudige manier kunnen doorgestuurd en gedeeld worden ter controle.

 

Een handleiding om de typlessen aan te bieden, alsook didactisch materiaal ontbreekt in de huidige methode wanneer we aan de slag willen gaan met het aangepaste werkboekje.

Binnen dit praktijkonderzoek werd er een didactisch pakket ontworpen om de lessen Typ10 te kunnen bieden aan leerlingen met een spraak- en/of taalontwikkelingsstoornis, autismespectrumstoornis en  aan dove- en/of slechthorende leerlingen.